- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Ocharm, Wim Kok. Wat zielig. Ik heb zaterdag de bijlage van deze krant
doorgeworsteld, inclusief het interview met Wim. Stelt u zich dat nou
eens voor: in het zicht van de haven gestrand. Bijna de status van
Elderly Statesman bereikt. Bijna in de buurt gekomen van de titel
'Vader', de hoogste onderscheiding die het Nederlandse volk aan een
politicus kan uitreiken - zie Willem van Oranje en Willem
Drees.
Maar neen, helaas. Zelfs de mindere rang van deze allerhoogste orde, de
titel 'Ome', - zie Joop den Uyl - ontgaat de arme Kok. Hij zal in de
stoffige boekenkast onzer historie worden bijgezet als 'Kok'. Punt, uit.
Zie Lubbers, zie Cals, zie Marijnen.
Ik trek het me allemaal nogal aan. Want ik heb, twee verkiezingen
achtereen, wèl op hem gestemd. Dus zou ik eigenlijk ook moeten
opstappen. Maar dat schijnt niet te kunnen, staatsrechtelijk
gezien.
Als ik het treurige interview met Wim Kok in deze krant goed begrepen
heb, dan heeft hij ons, het volk dus, hetzelfde verwijt laten horen dat
ik me herinner uit mijn kinderjaren.
'Jullie zijn verwend!'
Ik begin nog altijd boos te piepen, wanneer mensen dat tegen me zeggen.
Natuurlijk ben ik verwend! Als kind al! Dag en nacht moest ik dat van
mijn ouders horen. Ik mocht immers des zomers mee op vakantie naar
Zwitserland! Achter in de auto van pappie en mammie! Dat was wel wat
anders dan het bittere lot dat mijn vriendjes trof, die gewoon naar een
of ander kinderkamp op de Veluwe werden getrapt, of in het ergste geval
mee moesten naar een eng strandhuisje in IJmuiden. Om van De
Bedriegertjes nog maar te zwijgen.
Naar Zwitserland in een auto - en dat in 1952 - ik geef toe dat het een
droom lijkt. Maar het is de droom van grote mensen, niet van kleine
jongetjes. Want eigenlijk wilde ik als zevenjarige met mijn vriendjes
mee, naar het Zwembad. Of naar Het Kopje. Maar daar was ik dan ineens te
klein voor en dat was te gevaarlijk.
Verwend, hoezo? Natuurlijk, na meer dan vijftig jaar ben ik mijn lieve
ouders ontzettend dankbaar voor die reizen dwars door het bezette
West-Duitsland en het indertijd nog goedkope Italië, ik had er geen
seconde van willen missen.
Maar daarom begrijp ik misschien zo goed wat Kok bedoelde. Zijn wij niet
met z'n allen vijftien miljoen verwende kindjes? Goed, de ene heeft het
beter dan de ander, maar één blik op het televisiescherm is genoeg om
te weten dat het Zwembad en Het Kopje, waar ook ter wereld, geen oorden
zijn om naar te verlangen.
Iets minder ver teruggaand in de tijd: ik herinner mij het prille begin
van mijn carrière. In de zomer van 1964 produceerde Wim Ibo een aantal
voorstellingen in wat destijds het TingelTangel Theater aan de
Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam heette. Van Sieto en Marijke
Hoving, weet u nog wel? Er traden een paar oude tot zeer oude
vooroorlogse artiesten in op, onder welke Heintje Davids. Wat me altijd
is bijgebleven: één of ander liedje, waarvan ik de tekst vergeten ben,
op die ene regel na: '...en toen hadden we niks en nou hebben we alles,
dus nou hebben we zóóóó een smoel!' Waarbij Heintje, destijds al
hare afscheidsvoorstellingen ruimschoots achter zich gelaten hebbende,
haar onderkin zo ongeveer tot haar boezem omlaag trok. Dat was
zevenendertig jaar geleden, mensen.
Natuurlijk verklaart dat geenszins waarom ik tweemaal op Wim Kok heb
gestemd. Goed, ik heb al eens uitgelegd dat ik alleen maar stem op
mensen die ik persoonlijk ken. Politiek gezien een zwak argument, dat
weet ik wel. Dat ik ergens in de jaren tachtig ooit in een baldadige
bui de hand heb gedrukt van Kok en hem daarbij verteld heb dat hij op
mijn vriend Wiebe Hartog leek, doet natuurlijk niet ter zake. Ook niet
het antwoord dat Kok destijds gaf: 'Wat zielig voor die Wiebe!'
Inmiddels lijken Wim en Wiebe helemaal niet meer op elkaar. De jaren
hebben niet stil gestaan, zullen we maar zeggen. Maar ik weet ook niet
op wie ik moet gaan stemmen. Als verwende kiezer zijnde. Misschien
ontwaakt ergens in mij nu pas het begin van enig politiek besef: ik
zweef!
De vrijheid tegemoet.
16 apr 2002
© Copyright 2002 Haarlems Dagblad.
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.