bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Tijdreis

HAARLEM - Soms vraag ik me af of ik wel goed snik ben. Wat bewoog me er afgelopen zaterdag ineens toe om dromerig te gaan rondwandelen op een plek waar ik vijfenveertig jaar lang geen stap meer had gezet?

Het mooie weer, goed. Maar wat heeft een man van middelbare leeftijd, niet vergezeld van honden of familieleden, te zoeken op het Kopje van Aerdenhout? De vondst van een doosje met een paar negatieven. Formaat 6 x 9. Die ik in het vroege voorjaar van 1957 zelf maakte met mijn eerste camera. Een Agfa Clack.

Op de vrije zaterdagmiddag - we hadden 's morgens nog gewoon school in die dagen - gingen mijn vriendje en ik naar het Kopje met de zeepkist. Hij op zijn fiets en ik er in de zeepkist achter. Mijn vriendje stelde fysiek meer voor dan ik, hij zat er niet mee om mij dat hele eind te slepen. Via de Zandvoortselaan, helemaal de Nicolaas Beetsweg en de Vondellaan af. Dat kon zomaar. Het verkeer moet toen werkelijk niets hebben voorgesteld.

Vervolgens amuseerden we ons met werkelijk bloedstollende afdalingen vanaf de top, over de smalle asfaltpaadjes door het Mr. Enschedépark. Aangezien de technische staat van onze bolide nogal bedenkelijk was, crashten we af en toe spectaculair. Vooral wanneer er ineens oude dames met hondjes opdoken in wat wij de Tarzanbocht noemden.

Op een van die laatste tochten moet ik dus mijn Agfa Clack hebben meegenomen. Ik was het eigenlijk lang vergeten.

Vandaar dus de verleiding om ineens deze tijdreis te maken.

Nu is reizen door de tijd volgens wetenschappers niet mogelijk, dat weet ik ook wel. Maar toch. Ik was voorbereid om eventuele teleurstellingen - ik had er niet van opgekeken als het hele Mr. Enschedépark met Kopje en al inmiddels verdwenen was, volgebouwd met dure villa's of vervangen door een eigentijds bejaardenoord. Maar nee. Alles was er nog, de dunne bomen, het struikgewas, de door boomwortels veroorzaakte hobbels in de paadjes. Zelfs het nogal lullige uitkijkplaatsje op de top, een ronde bakstenen muur. Onaangeraakt lag het decor van mijn jongensdroom in de stralen van de late middagzon, die in het westen als een gele vlek door de sluierbewolking prikte.

Mijn conditie is nog even slecht als op mijn twaalfde jaar, stelde ik vast toen ik de top bereikt had. Van het destijds door mij gefotografeerde uitzicht was inderdaad niet veel over, door de hoogte van de bomen valt de waarde van het Aerdenhoutse Kopje als toeristische attractie wel te vergeten.

Maar de geheimzinnige echo van de duinvallei in het westen, die kinderstemmen en hondengeblaf zo merkwaardig dichtbij doet zijn, die is intact.

O, verloren tijd van zon en zeepkist, mijmerde ik ontroerd.

Het stenen halve cirkeltje op zuiltjes, dat vijfenveertig jaar leden ook al vergeefs suggereerde dat je van hier zelfs Amsterdam zou kunnen zien liggen, bleek plaatsgemaakt te hebben voor de sporen van wat moderne kinderen tegenwoordig op het Kopje doen. Er was zo te zien recentelijk een behoorlijke fik gestookt. Een soort van heidens vreugdevuur. De vele scherven van bierflesjes, doppen van Bacardi Breezer en plastic pijpjes uit de koffieshop deden grote pret veronderstellen.

Het Kopje gaat nooit verloren, dacht ik.

En daalde af, naar het oosten, naar Haarlem en haar weedom.

dinsdag, 19-03-2002


 "(c) Copyright 2001 Haarlems Dagblad." [(c) Copyright 2002 Haarlems Dagblad]

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email