Het mooie weer, goed. Maar wat heeft een man van middelbare leeftijd,
niet vergezeld van honden of familieleden, te zoeken op het Kopje van
Aerdenhout? De vondst van een doosje met een paar negatieven. Formaat
6 x 9. Die ik in het vroege voorjaar van 1957 zelf maakte met mijn
eerste camera. Een Agfa Clack.
Op de vrije zaterdagmiddag - we hadden 's morgens nog gewoon school in
die dagen - gingen mijn vriendje en ik naar het Kopje met de zeepkist.
Hij op zijn fiets en ik er in de zeepkist achter. Mijn vriendje stelde
fysiek meer voor dan ik, hij zat er niet mee om mij dat hele eind te
slepen. Via de Zandvoortselaan, helemaal de Nicolaas Beetsweg en de
Vondellaan af. Dat kon zomaar. Het verkeer moet toen werkelijk niets
hebben voorgesteld.
Vervolgens amuseerden we ons met werkelijk bloedstollende afdalingen
vanaf de top, over de smalle asfaltpaadjes door het Mr. Enschedépark.
Aangezien de technische staat van onze bolide nogal bedenkelijk was,
crashten we af en toe spectaculair. Vooral wanneer er ineens oude dames
met hondjes opdoken in wat wij de Tarzanbocht noemden.
Op een van die laatste tochten moet ik dus mijn Agfa Clack hebben
meegenomen. Ik was het eigenlijk lang vergeten.
Vandaar dus de verleiding om ineens deze tijdreis te maken.
Nu is reizen door de tijd volgens wetenschappers niet mogelijk, dat
weet ik ook wel. Maar toch. Ik was voorbereid om eventuele
teleurstellingen - ik had er niet van opgekeken als het hele
Mr. Enschedépark met Kopje en al inmiddels verdwenen was, volgebouwd met
dure villa's of vervangen door een eigentijds bejaardenoord. Maar nee.
Alles was er nog, de dunne bomen, het struikgewas, de door boomwortels
veroorzaakte hobbels in de paadjes. Zelfs het nogal lullige
uitkijkplaatsje op de top, een ronde bakstenen muur. Onaangeraakt lag
het decor van mijn jongensdroom in de stralen van de late middagzon,
die in het westen als een gele vlek door de sluierbewolking
prikte.
Mijn conditie is nog even slecht als op mijn twaalfde jaar, stelde ik
vast toen ik de top bereikt had. Van het destijds door mij
gefotografeerde uitzicht was inderdaad niet veel over, door de hoogte
van de bomen valt de waarde van het Aerdenhoutse Kopje als toeristische
attractie wel te vergeten.
Maar de geheimzinnige echo van de duinvallei in het westen, die
kinderstemmen en hondengeblaf zo merkwaardig dichtbij doet zijn, die is
intact.
O, verloren tijd van zon en zeepkist, mijmerde ik ontroerd.
Het stenen halve cirkeltje op zuiltjes, dat vijfenveertig jaar leden ook
al vergeefs suggereerde dat je van hier zelfs Amsterdam zou kunnen zien
liggen, bleek plaatsgemaakt te hebben voor de sporen van wat moderne
kinderen tegenwoordig op het Kopje doen. Er was zo te zien recentelijk
een behoorlijke fik gestookt. Een soort van heidens vreugdevuur. De vele
scherven van bierflesjes, doppen van Bacardi Breezer en plastic pijpjes
uit de koffieshop deden grote pret veronderstellen.
Het Kopje gaat nooit verloren, dacht ik.
En daalde af, naar het oosten, naar Haarlem en haar weedom.
dinsdag, 19-03-2002
"(c) Copyright 2001 Haarlems Dagblad." [(c) Copyright 2002 Haarlems Dagblad]
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
|
|