'Waarzo is dat stadhuis?' vroeg de chauffeur.
'Probeer het eens op de Grote Markt.'
Met het opkomstcijfer zat het niet lekker, zoveel was
duidelijk.
Nu moet ik iets bekennen: ik heb totaal geen verstand van politiek. De
trouwe lezeressen en lezers van deze column weten dat wel. Vier jaar
geleden, acht jaar geleden: hetzelfde liedje. Ik stem alleen maar op
mensen die ik persoonlijk ken. Voorwaarde is wel dat ze lid zijn van een
fatsoenlijke partij. Dus geen Pim en ook geen Vulpen. Desondanks ging
het niet zelden mis met mijn favorieten: ik herinner me een mooie Turkse
dame van GroenLinks, aan wie ik mijn stem schonk. Prompt blies de gehele
fractie in de Haarlemse raad zich kort daarna op.
'Jij stemt vanuit je broek!' kreeg ik toen als verwijt. Nu ben ik
sedertdien weliswaar ouder en dus sadder and wiser geworden, maar ergens
blijkt het oude vuur nog te smeulen. Want ik heb het wéér gedaan. Op een
Dame stemmen.
Ten stadhuize was het dolgezellig; letterlijk iedereen was er. Maar
omdat ik iets kleiner ben dan de gemiddelde moderne Nederlander, kon ik
me alleen maar door de menigte heen ploeteren, op zoek naar mijn Dame,
naar de biertap en naar de burgemeester. Want die steekt tenminste
overal bovenuit.
Ergens in het gewoel hoorde ik de stem van Fredie Kuiper, die een
Politiek Lied zong en op het podium scheen men zich inmiddels voor een
terechtstelling op te maken, net als in de zestiende eeuw. Een
middeleeuwse kermis, dus. Maar hoe zat het nou toch met de
uitslag?
'Die komt pas om half twaalf,' zei iemand.
'Maar we hebben in Haarlem toch stemcomputers?'
'Ja, maar niet in alle wijken!'
Ik heb geen verstand van politiek - maar dat had ik u al
uitgelegd.
Uiteindelijk slaagde ik erin op een of andere manier de tap en daarna de
top te bereiken. En ja, mijn stem was niet vergeefs geweest: ze zat in
de raad, mijn mooie rooie Dame. Gefeliciteerd, Marjan!
Dat moest gevierd worden, zoveel was duidelijk. Waar na afloop de nazit
van de PvdA was, wilde ik weten. Jaap Pop liet het even navragen. In
Café Studio. Ik wilde nog vragen waar mijn Dame was, maar dat werd
gesmoord in zoveel geweld en gedreun van zoveel lange moderne mensen,
dat ik dankzij de Hoofdbode van het stadhuis via een zijdeur
ontsnapte.
Uiteindelijk belandden we in de Toneelschuur. Maarten Divendal hield een
toespraak, waar ik weer niets van begreep omdat het ineens over Den Haag
ging. En nog altijd geen spoor van Mijn Dame.
Eén ding werd me wel duidelijk: de band tussen het socialisme en de
blauwe knoop behoort godzijdank tot het verleden.
'Waar blijft Jaap nou?' vroeg ik dommig.
Mimi Rietdijk lachte me hartelijk uit.
'Gekke jongen! Jaap komt helemaal niet. Daar is hij véél te bestuurlijk
voor!'
Dromerig slingerde ik de Haarlemse nacht in.
'Te bestuurlijk zijn.'
Die zal ik onthouden.
dinsdag, 12-03-2002
"(c) Copyright 2001 Haarlems Dagblad." [(c) Copyright 2002 Haarlems Dagblad]
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
|
|