bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Kater

't Zijn geen gelukkige dagen, die we beleven. Ik heb weer eens een nieuwsvergiftiging. Dat wil zeggen dat ik te veel informatie achter elkaar heb gekregen. 's Nachts orakelt de BBC door de radio op het nachtkastje, 's morgens doet het ochtendblad het nog eens dunnetjes over en in de loop van de dag neem ik kennis van zo ongeveer alles wat er verder gedrukt wordt. En goed nieuws is geen nieuws, kijk maar eens op de voorpagina van deze krant. Tegen de avond ben ik niet meer te genieten; het NOS journaal op de televisie kan er nauwelijks nog bij en bevat bovendien in het geheel geen verrassingen meer, hoogstens gruwelijke illustraties. Hield ik maar van voetbal of van soap, denk ik. Alles wat rest is dus het café.

Het gevolg is, dat ik rond een uur of elf in de morgen in volledige paniek ontwaak.

Waarom ligt de reusachtige huiskat Meneer niet op het voeteneind? Waar is-ie? Ik scharrel verontrust door het huis en vind hem beneden op de bank. Vast in slaap.

'Wat doe je daar nou? Klein manneke, wat is er dan met je?' Ik pruts aan hem en hij verheft suffig zijn enorme hoofd. Hij zal toch niet ziek zijn? O, mijn God! Neen, dat niet! Ik denk ineens aan de gecompliceerde logistiek, die een eventueel bezoek aan de dierenarts met zich mee zou brengen, gezien de omvang van de patiënt. Nu heb ik helemaal geen rust meer.

'Wat wil-ie dan? Wat wil de hele kleine Nerie dan?'

Gewoonlijk heeft hij me om deze tijd allang uit bed gehaald, teneinde gevoederd te worden. Nu reageert hij amper. Ik kietel hem verontrust onder zijn kin.

'Kom dan! Lekker eetie-eetie!'

Alle slecht verteerde berichten over mond-en-klauwzeer kolken in me omhoog. Meneer is ziek, o nee! Mijn vertrouwen in de medische stand is inzake mezelf al uiterst gering, maar van dierenartsen ben ik nog banger.

Met argusogen bekijk ik mijn huisgenoot, als hij tenslotte van de sofa klimt en een beetje houterig naar de keuken loopt. Geen tekenen van honger vertonend, zoals anders. Hij knipoogt naar me, met wazige groene ogen. Ik maak een blikje kattenvoer open. Gelukkig, hij eet. Maar niet van harte. Althans, zo zie ik het op dit moment. Mijn maag trekt samen en ik zoek steun bij het aanrecht.

Hij zal het toch niet aan z'n nieren hebben? Paniek golft door me heen. Ik heb zoveel katten dood zien gaan aan dat euvel. En ze kunnen nu eenmaal niet praten - althans niet voldoende om een dergelijke klacht bijtijds kenbaar te maken. Ofschoon het buiten nauwelijks drie graden boven nul is en ik alleen maar ondergoed aan heb, doe ik de keukendeur open en verschoon Meneer z'n bak. De kou grijpt me ongenadig bij mijn lurven en kokhalzend van ellende sluit ik de keukendeur weer.

Ik lijk wel evenwichtsstoornissen te hebben en grijp me aan de tafel vast. Mijn knieën knikken. Laat het niet waar zijn, bid ik in stilte. Ik heb in een half jaar tijds mijn beide ouders verloren, dit kan ik er niet achteraan hebben. Ook in de huiskamer prevelt de radio, wanneer ik hem aanzet om de stilte te verdrijven, niets dan berichten over doodgaan en verdriet. Het virus heeft het vasteland bereikt - alle veestapels worden geruimd en alle dieren verbrand - katten inbegrepen. Er mag geen ballon meer opstijgen, de oorlog op de Balkan laait weer op en alle Boedhabeelden in Afghanistan zijn stukgeschoten, in naam van God. Achter de gordijnen dreigt een kille, loodgrauwe dag en ineens besef ik hoe eenzaam ik ben - zonder Meneer.

Ik graai naar de knop van de radio en leg de stem van de Apocalyps het zwijgen op. Mijn hoofd tolt en half misselijk grijp ik me vast aan de tafel.

In de suizende stilte hoor ik ineens een geluid. Het komt uit de keuken. Het is net alsof er iemand een plastic emmer onder de volledig geopende waterkraan heeft gezet: Meneer zit op de bak. Hij heeft het dus niet aan z'n nieren. Glorie, glorie, halleluja!

Nog net bijtijds haal ik zelf de WC en daar dringt de waarheid tot mij door: dat ik een geweldig grote kater heb.


 "(c) 2000 Haarlems Dagblad" [(c) 2001 Haarlems Dagblad]

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email