- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Terwijl iedereen wordt geacht 'Vrede op aarde' te neuriën, voor zover
de strafmuziek die je uit iedere winkel tegemoet brult dat althans
toestaat, krijst er ineens een dissonant doorheen: 'Dat gaat naar
Den Bosch toe, zoete lieve...'
Hoe krijgen ze het bij elkaar, dacht ik toen ik de beelden op de tv zag.
Het leek Noord-Ierland wel.
Maar zeg niet dat de overheid niets geleerd heeft van calamiteiten als
de crash in de Bijlmermeer of de vuurwerkramp in Enschede: binnen
vierentwintig uur laten ze al een heuse professor opdraven, teneinde de
zaak grondig te onderzoeken. Dat heeft de kritische geest van onze tijd
dan toch wel voor elkaar gekregen: dat het ooit zo machtige gezag zo
ontzettend bang is geworden dat het iedere vorm van volksopstand te lijf
gaat met een onderzoek. Vroeger stuurden ze de huzaren er op af. En
'vroeger' is niet al te lang geleden.
Hoewel ik een erkend voetbalhater ben, kan ik toch wel begrip opbrengen
voor de arme voetbalclub ter plaatse. Want wie heeft er nu het verband
gelegd tussen dit op zichzelf tragische incident en de wedstrijd die
's avonds zou hebben plaatsgevonden? De burgemeester van Den Bosch.
Goed, als ik hem was dan had ik die wedstrijd ook verboden. Misschien
ook in het besef dat zulks geen steek zou helpen. Hieruit valt deze
lering te trekken: alleen helden en dwazen willen burgemeester
worden.
Dat er achter de relletjes in Den Bosch veel meer schuilt dan een
tragisch afgelopen schietincident, dat kan een kind wel inzien. Dat het
iets is, waarvan wij dachten dat het in deze eeuw (volgens mij in de
vorige, maar daar hebben we het al over gehad) niet meer bestond, dat is
ook duidelijk. Het minder afsteken van vuurwerk zou de komende
jaarwisseling wel eens gecompenseerd kunnen worden met veel meer en
erger lawaai - en niet alleen in Den Bosch.
'Vrede op aarde' wordt gevolgd door: 'Voor de mensen van goede wil'.
Oudere bijbelvertalingen zijn minder exact en daardoor troostender: 'In
de menschen een welbehagen'. Ik krijg langzamerhand het bange gevoel dat
al dat geroep om vrede en geklingel met kerstklokjes onafwendbaar een
tegenreactie oproept van degenen die niet van goede wil zijn en in wie
in het geheel geen welbehagen schuilt.
Bijna zou ik gaan bidden: laat Haarlem het lot van Den Bosch bespaard
blijven. Maar bidden is dat niet: dan zou ik de Heer allereerst moeten
vragen Den Bosch te hulp te komen. Neemt niet weg dat beide zich een
'provinciestadje' noemen. Met andere woorden: geweld hoort in grote
steden thuis, in Amsterdam, in Belfast. Of in Jeruzalem. Niet in Haarlem
of in Den Bosch. Maar zo zit de werkelijkheid niet in elkaar.
Ik geef toe dat mijn overwegingen in deze laatste column van dit jaar
niet erg positief zijn. Hoe dat komt, weet ik ook niet. Misschien zijn
het mijn almaar mooier worden herinneringen aan
kerstmis-van-lang-geleden.
Tegen mijn gewoonte in blijk ik de deur van mijn werkkamer open te
hebben gelaten: ineens klimt er een enorme zwarte gestalte op mijn
bureau. De reusachtige huiskat Meneer.
'Niet op het keyboard aan zitten!'
Maar dat doet hij niet. Hij doet iets anders, iets dat ik zelden hoor
omdat het zo'n laag geluid is. Ver onder de vijftig Herz, wil ik wedden:
Meneer spint.
En dat helpt. Niet tegen al het leed in Den Bosch of waar dan ook in de
wijde wereld. Maar tegen mijn sombere stemming helpt het wel. Een
troostend geluid. Donker, maar niet in mineur. Als van de laagste snaren
van een cello.
Daarmee neem ik afscheid van u. Tot het volgende en hopelijk betere
jaar. Een op de een of andere manier toch gelukkig kerstfeest en vooral
een gezellig oudejaar.
Vrede op aarde. En een goede wil - in alle mensen.
(c) 2000 Haarlems Dagblad
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.