bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Adriaan [2000]

'Er zijn drie soorten Haarlemmers: zij die de Adriaan hebben zien branden, zij die de Adriaan niet gekend hebben en zij die nog nooit van de Adriaan gehoord hebben.'

Ik citeer mezelf, in het boek 'Haarlem Bestaat niet', dat ik vijf jaar geleden schreef ter gelegenheid van het zevenenvijftighonderdjarig bestaan van onze stad. Mijn hemel, wat is de tijd snel gegaan. In het hoofdstuk 'De Adriaan Brandt!' voerde ik een Haarlems jongetje ten tonele, dat op de Jansweg woonde. In werkelijkheid mijn toenmalige schoonvader: Jan Koning, de vader van Josée. Hij zag op die noodlottige zaterdag, 23 april 1932, de Adriaan afbranden en aan zijn jeugdherinnering ontleende ik mijn verhaal. Ik hoop van harte dat Pa Koning de Adriaan weer zal zien draaien.

Maar de werkelijke emotie achter al die verhalen over de molen beleefde ik pas verleden week. Met de fotograaf van een landelijk ochtendblad had ik dinsdagmiddag afgesproken. Eigenlijk was ik van plan geweest om die ochtend aanwezig te zijn bij de takelwerkzaamheden, maar tot mijn schande moet ik bekennen dat ik mijn bed weer eens niet uit kon komen. Hoe dan ook, de afspraak lukte wel. Die middag sjouwde ik met Lex van Rossem, zo ongeveer Nederlands eerste popfotograaf, achter me aan vanuit café Het Wapen van Bakenes naar de Koudenhorn. Over de gracht, door de Kokstraat naar de Catharijnebrug - bijna dezelfde route die Jantje Koning en zijn vriendje in 1932 liepen. En toen, en toen: daar stond-ie! En o mijn Godnogantoe, wat was-ie groot! Pas toen drong de werkelijkheid van al die oude verhalen ten volle tot me door. We hebben hem weer terug, de Wachter aan het Spaarne. Haarlems laatste stellingmolen, solide rustend op de fundamenten van wat eens de veertiende-eeuwse Toren Goevrou is geweest. Voor onze ogen voer Henk Vijn langs in zijn sloepje, helemaal gek en uitgelaten zwaaiend. Nee, het mag dan even geduurd hebben voordat het lukte, het is de moeite ten volle waard geweest! Een paar jaar geleden schreef ik nog: het gemeentebestuur wil niet, ze willen daar alleen maar yuppie-hokken bouwen. Maar ziehier: Vicit Vim Virtus. De Deugd Heeft Het Ge(we)ld Overwonnen!

De landelijke pers pakte het gebeuren min of meer mee, maar ook niet meer dan dat. De plaatjes van de molen, hangend in de takels boven een mistig Spaarne, scoorden natuurlijk wel. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de verrijzenis van de Adriaan een specifiek Haarlemse happening is gebleven. Nou ja, zoveel te beter. Iets dat geen van de media vermeldde en dat mij op de televisiebeelden van TV Noord-Holland meteen opviel: de drijvende bok die de Adriaan op z'n plaats zette, werkte op stoom. De 'Lelystad' van BTS. Die pijp en die witte wolken bij de lieren, dat kon niet missen. Ik zal u niet vermoeien met verdere technische uiteenzettingen, maar neem van mij aan dat er zeer groot vakmanschap aan te pas gekomen is. De Adriaan waardig.

Die avond reed ik naar huis met een taxichauffeur, die toevallig ook Adriaan heet. 'Heb je 'm al zien staan?' vroeg ik. Hij zou gaan kijken.

De volgende dag reed hij inderdaad over de Koudenhorn. En schrok zo enorm van zijn geweldige naamgenoot, dat hij even niet oplette toen de auto voor hem ineens remde. Goed, het bleef bij een klein krasje in de bumper. Maar de aangetikte was een zogenaamde burgerauto van de politie, die de inrit van het bureau op wilde draaien. En de politie, indien betrokken bij een aanrijding, mag zelf geen actie ondernemen. Daar moeten de collega's van een andere regio aan te pas komen. Om kort te gaan: mijn taxichauffeur had dus anderhalf uur op het bureau moeten wachten, vanwege dat krasje. Adriaan ziet Adriaan: klaar ben je.

'Ach, je moet maar zo denken,' zei ik tegen hem, 'Het is allemaal de schuld van Henk Vijn!'


 (c) 2000 Haarlems Dagblad

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email