bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Ridder

Toen ik het café binnenkwam, greep een van de vaste klanten mijn hand en sprak: 'Gecondoleerd!' Er zijn het afgelopen jaar zoveel mensen overleden in mijn directe omgeving, dat ik in eerste instantie wazig 'Dank je,' mompelde. Maar het betrof geen dode, in dit geval. Men condoleerde mij met het verlies van één van mijn vaste slachtoffers: voor de tweede keer in mijn loopbaan als columnist van deze krant ben ik een wethouder verloren. Te weten Karel van Broekhoven. Karel met de Baard. Ach jee.

Erg verwonderlijk vond ik het niet. Stevig in het zadel zittende stadsbestuurders zijn altijd saai, daar heb je als luis-in-de-pels uiteraard niets aan. Mijn vorige mikpunt was Paul Marselje. Van D66, weet u nog wel? Die was niet alleen wethouder, maar tevens troubadour. Een soort collega van me, dus. Dat werd uiteraard niets - het is òf liedjes zingen, òf wethouden, punt uit. Nadat ze Paul tweehoog het stadhuis uit hadden geschopt, deed ik hem een uitdraai toekomen van al mijn columns waarin hij de hoofdrol had gespeeld, onder de titel 'De Marseljaise'.

Met Karel ligt dat anders. Hij was in eerste instantie niet zo blij met het hem verleende epitheton 'Karel met de Baard'- althans, dat werd me verteld. Maar hij hééft eenmaal een baard, daar kan ik ook niets aan doen. Zelf heb ik trouwens ook een baard, dus wat zullen we daarover zeuren? En 'Karel met de Baard' klinkt als de naam van een middeleeuwse koning of hertog, dus best deftig.

Waar het eigenlijk over ging was het feit dat iemand die uit de mooie oude zeventiger jaren stamt en eigenlijk een actievoerder in hart en nieren is, natuurlijk de grootste moeite krijgt met het bestuurlijke pluche. Dat zit zo iemand niet lekker. Daar horen brede witte CDA- of VVD-billen op thuis, om van de harde PvdA-arbeiderskadetten nog maar te zwijgen. Geen wonder dat Karel onmiddellijk na zijn aantreden al een rel moest sussen - met de ambtenaar, die hij vroeger als ENFB-activist voor rotte vis had uitgemaakt.

En ja, we hebben allemaal de worsteling gevolgd tussen Karel en de omwonenden van het Magdalenaklooster. Maar daar zou Karel niet over struikelen, daar twijfelde ik niet aan. Het conflict met de binnenstadse middenstand, inzake de parkeergelegenheid, dat zou hem misschien kunnen opbreken, voorspelde ik. Maar ook dat is niet het geval geweest. Daar schoten de diverse bouwwerkzaamheden in Haarlems hart te weinig voor op.

Het uiteindelijke slagveld blijkt dan toch de Hekslootpolder te zijn geworden. En daar heeft Karel naar mijn mening uiteindelijk de zege behaald, zij het in de vorm van een soort van heldendood à la Koning Arthur. Dat is het verschil tussen al die in de jaren tachtig en negentig ten stadhuize uitgeworpen D66-wethouders en Karel: nadat ons gemeentebestuur weer eens een volkomen krankzinnige besluit had genomen - het aanleggen van de Vondeltunnel, waarmee de mooie polder natuurlijk voorgoed naar de knoppen wordt geholpen - deed Karel het enig juiste: hij stapte op. Welke handeling voor een fietser heel normaal is, hoewel in het politieke jargon 'opstappen' vreemd genoeg juist 'aftreden' betekent.

Zo rijdt hij dus heen, als wijlen El Cid de geschiedenis uit en de legende binnen: Karel met de Baard, de Wolkenridder. Als Knight In Shining Armour op een sneeuwwit rijwiel gezeten, een betere wereld tegemoet! Karel, ik zal je niet vergeten. Mijn achting heb je!


 

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email