Eind 1961 op de middelbare school probeerde Boudewijn de Groot de blits
te maken met zijn gitaar. Hij zat daar omringd door jongens en meisjes
die hem bewonderend aangaapten. En toen kwam Lennaert Nijgh binnen.
"Massaal draaide de hele meute zich om", aldus De Groot. "Ik zat totaal
voor lul." Desondanks werden de twee vrienden en niet lang daarna
schreven ze als songwritersduo Nederpopgeschiedenis met nummers als
Welterusten Meneer De President, Meester Prikkebeen, Land Van Maas En
Waal en Testament. De ironisch romantische poëzie van Nijgh was
baanbrekend in het Nederlandstalige popgenre en spoorde een generatie
artiesten aan om in de moerstaal te zingen. Tussen 1966 en 1975 was de
Haarlemse tekstdichter
be trokken bij zo'n beetje alle Nederlandstalige klasiekers uit die
periode; zo schreef hij buiten zijn werk met De Groot ook Pastorale voor
Ramses Shaffy & Liesbeth List, Ik Doe Wat Ik Doe voor echtgenote
Astrid Nijgh en Malle Babbe, Jan Klaassen en Zuster Ursula voor Rob de
Nijs.
Bij het ter perse gaan van dit nummer bereikte ons het trieste nieuws
dat Lennaert Nijgh na een kort ziekbed is overleden. Je bent geneigd te
zeggen dat de Nederlandse popwereld nooit meer hetzelfde zal zijn, maar
dat is niet waar. Nijgh had 'm al lang veranderd.