In het Kennemer Gasthuis in Haarlem was Lennaert Nijgh een week eerder
plotseling overleden. Hij was er veertien dagen daarvoor opgenomen nadat
hij was geveld door ernstige nierproblemen, die zijn gezondheid al
langere tijd ondermijnden. Kort na de opname leek het weer beter met hem
te gaan, maar een week later ging zijn gezondheidstoestand opeens ernstig
achteruit nadat hij door een maagbloeding was getroffen en daarbij ook
nog te kampen kreeg met hartritme-stoornissen. Tot overmaat van ramp
kreeg Lennaert daarbij ook nog eens ademhalingsproblemen, waardoor hij
regelmatig buiten westen raakte en elke keer weer verder wegzonk. Kwam
hij bij, dan drukte hij de vrienden die bij hem op bezoek waren op het
hart om toch vooral goed te zorgen voor 'Mijnheer', zijn zwartwitte
reuzenkater die leed aan artrose en nog maar nauwelijks kon lopen.
Lennaert maakte zich grote zorgen om zijn kat, die dankzij zijn columns
in de regionale krant in Haarlem en omstreken een beroemdheid was
geworden. Dat 'Mijnheer' twee dagen voor de plotselinge ziekenhuisopname
was overleden kon Lennaert zich in het ziekenhuis niet meer herinneren,
iets wat de mensen in zijn omgeving grote zorgen baarde. Want alleen dat
al wees erop hoe ernstig het gesteld was met de gezondheid van Lennaert
Nijgh, die uiteindelijk bezweek aan de complicaties die hem in het
ziekenhuis troffen.
Ofschoon zijn naaste familieleden wisten dat het bij lange na niet goed
ging met Lennaert, waren ook zij verbijsterd toen ze hoorden dat hij
plotseling was overleden. Hoe geliefd hij was bleek wel tijdens de
uitvaart, die door honderden mensen werd bezocht. De aula op de Algemene
Begraafplaats in Haarlem was zelfs te klein om hen allemaal te herbergen.
Ook Rob de Nijs had bijvoorbeeld de moeite genomen om Lennaert nog een
laatste groet te brengen. De zanger heeft veel aan hem te danken, want
hij zorgde ervoor dat Rob in de jaren zeventig een geslaagde comeback
maakte door hits als Malle Babbe, Zuster Ursula en Jan Klaassen, De
Trompetter voor hem te schrijver. En het was Lennaert Nijgh die toen de
directeur van de platenmaatschappij ervan overtuigde dat men deze
liedjes met Rob de Nijs moest gaan opnemen. De platenbaas zag niets meer
in De Nijs, en voelde er meer voor om voor deze liedjes een andere
artiest te zoeken. Toen Lennaert daarop weigerde zijn liedjes af te
staan, mocht Rob alsnog de studio in om ze op te nemen en... het werden
stuk voor stuk Top 10-hits.
Ook Tineke de Nooy was op de uitvaart, met haar echtgenoot Peter
Eykelenstam, en Jeroen Krabbé was gekomen met zijn vrouw Herma.
Jan Rot was er, evenals Peter Koelewijn en voormalig Doe Maar-zanger
Ernst Jansz. En natuurlijk ontbraken ook Elly en Rikkert niet. Zij namen
in het verre verleden tal van liedjes van Lennaert op, waarvan Meester
Prikkebeen misschien wel het bekendste is. En natuurlijk ontbrak
Boudewijn de Groot niet op de plechtigheid. Hij was al vanaf zijn
middelbare schooltijd bevriend met Lennaert, aan wie hij praktisch al
zijn grote hits te danken heeft. Boudewijn werd ooit door zijn
stiefbroer, die bij Lennaert in de klas zat, voorgesteld aan de
schrijver en zij werden hartsvrienden. De een kon niet zonder de ander.
Hoezeer ze elkaar aanvulden blijkt ook wel uit de talloze hits die
Boudewijn scoorde met liedjes die Lennaert had geschreven, zoals
Welterusten Meneer de President, Testament, Verdonken vlinder en Hoe
Sterk Is De Eenzame Fietser. Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh
gingen, nadat ze elkaar enkele jaren na de eerste grote succesperiode
niet meer gezien hadden, sinds het begin van de jaren negentig als
broers met elkaar om. Ofschoon Lennaert het schrijven van liedjes al
jaren op een laag pitje had gezet omdat hij volgens eigen zeggen geen
inspiratie meer had, besloot hij begin dit jaar toch weer achter zijn
schrijftafel plaats te nemen om een aantal liedjes voor een nieuw
cd-album van Boudewijn te gaan schrijven. Die plannen werden echter
steeds weer naar voren geschoven, nadat Lennaert was gaan sukkelen met
zijn gezondheid. De liedjes voor Boudewijn de Groot zijn er tot groot
verdriet van de zanger dan uiteindelijk ook niet gekomen.
|
|