bron: Panorama
transcriptie: Daniël (v2003-05-11)

BLIJBOOM OVER BN'ERS

Lennaert

Het was steevast drie, vier uur in de nacht wanneer wij als sportredactie van het Haarlems Dagblad de pagina's voor de maandagkrant hadden afgerond en huiswaarts banjerden. En áltijd zagen wij, ter hoogte van de uitgang van het redactielokaal, tussen stapels kopij en lege pizza-dozen nog wat bewegen. Ongedierte? Nee: Lennaert Nijgh, die de kleinste der kleine uurtjes benutte om zijn krantencolumns te componeren. Dat je als regionaal dagblad Lennaert Nijgh als columnist had was natuurlijk iets heel bijzonders. Alsof P.C. Hooft de duivenrubriek doet! Nijgh was toen - we spreken van eind jaren '80 - al een van de meest gelouterde tekstdichters uit onze na-oorlogse geschiedenis. De hoeveelheid liedteksten die hij met zijn knoestige vingers bijeen had gepend - van Het Land Van Maas En Waal voor Boudewijn de Groot en Jan Klaassen De Trompetter voor Rob de Nijs tot Ik Doe Wat Ik Doe voor ex-vrouw Astrid en Pastorale voor Ramses Shaffy en Liesbeth List - was enorm: zonder Nijgh zou de regenton met Nederlandstalige kwaliteitsmuziek heel wat minder goed gevuld zijn (kijk hoe ik hier een krampachtige poging doe mooi Nijghiaans Nederlands te schrijven).
Lennaert Nijgh. Hij rook naar Beerenburg en motorolie. Hij was zo broos dat je hem uit elkaar had kunnen hoesten. Maar achter die holle, ingevallen ogen bruiste het van de creativiteit (u merkt dat ik het blijf proberen). "Het leven dat Nijgh in zijn liedjes beschrijft is vaak een kunstmatig, literair leven, desnoods uit een ander tijdperk," schreven cabaret-kenners Jacques Klöters en Kick van der Veer eens. En zo is het. Een tekst van Lennaert Nijgh laat zich het best savoureren bij een tinnen kroes vol blond schuimend bier (en hier ga ik definitief de mist in, want 'blond schuimend bier' is natuurlijk een letterlijk citaat uit Nijghs evergreen Malle Babbe).
Nijgh, die een enorme fascinatie had voor de zelfkant van de maatschappij, liet het afgelopen jaar in zijn columns steeds meer van zijn eigen, melancholische ik zien (bijna had ik hier geschreven: hij doopte zijn pen in traanvocht). Zijn beide ouders waren kort na elkaar overleden en daarom timmerde hij met zijn meest recente schrijfsels een platform in elkaar waarop hij degene plaatste die hem vanaf dat moment het allerdierbaarst was: zijn kat Meneer.
Twee weken geleden stierf Meneer, een week later gevolgd door Nijgh zelf. Hij bewees daarmee ten overvloede wat wij allemaal al wisten: Lennaert Nijgh was een gevoelsmens.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email