bron: Rotterdams Dagblad
transcriptie: Daniël (v2002-08-19)

Andere
Tijden voor
Boudewijn
de Groot

'Mensen durven
eindelijk te zeggen
wat ze voelen'

Met een gelouterde band toert Boudewijn de Groot weer door het land. 'Andere Tijden' heet het programma dat eigenlijk gekoppeld had moeten worden aan een gelijknamig nieuw album met teksten van Lennaert Nijgh, de dichter, met wie hij de afgelopen vier decennia al zo veel liederen maakte. Dat is niet gelukt, Nijgh leverde slechts drie nummers. Een teleurstelling voor De Groot, maar geen verrassing. "Dat is de rode draad in mijn carrière. Het vergalt mijn leven niet, maar ik vind het zo zonde van zijn onmetelijke talent."

Door Jaqcues Hendriks

Meer dan 35 jaar treedt Boudewijn de Groot al op. En nog altijd krijgt hij de theaters keer op keer moeiteloos vol. 'Andere Tijden' heet het programma - met een knipoog naar zijn oude lied 'Er Komen Andere Tijden' - dat hij tot maart 2003 zo'n 120 maal brengt met zijn band, onder meer bestaande uit oude rotten als Jan de Hont (ZZ & De Maskers), Ernst Jansz en Jan Hendriks (beiden Doe Maar).
Andere Tijden. Dat zijn het zeker voor de introverte Heemstedenaar, die stugger overkomt dan hij in werkelijkheid is. Hoe anders is het bijvoorbeeld om nu met zo'n geroutineerde band op te treden, terwijl hij in zijn beginperiode solo in beatclubs stond? "Spannend blijft het altijd, een optreden. Zeker als je, zoals ik, aanleg hebt om daar last van te hebben. Maar wat heel veel scheelt, tegenwoordig weet ik vantevoren waar ik terecht kom voor een concert. In mijn beginperiode niet. Ik honoreerde iedere aanvraag omdat ik het geld goed kon gebruiken. Dat leverde wel eens vervelende situaties op."
"Op een gegeven moment stond 'Meisje van zestien' in de hitparade (1965). Mijn repertoire bestond uit nog niet meer dan tien liedjes. Het was de tijd van de opkomst van de beatmuziek, in de jeugdclubs traden allemaal bandjes op die lekker stevig van rangrang gingen. 'Meisje van zestien' was met elektrische gitaar opgenomen, dus verwachtte men van mij ook rangrang. Kwam ik daar met zo'n lullig Spaans gitaartje aanzetten en zong nummers als 'De Morgen' en 'Élégie Prénatale'. 'Meisje van zestien' niet, dat kon ik niet in mijn eentje spelen."
"Ik trad ergens op, ik meen dat het in Baarn was. Precies weet ik het niet eens meer, ik heb het natuurlijk allemaal verdrongen... Het publiek daar was zó teleurgesteld dat Meisje van zestien niet kwam en ik alleen een paar slappe flauwekulliedjes zong. Het was een volledige afgang."
"Van die ervaring heb ik een ontzettende knauw gekregen. Maar ja, ik had geen band. De muzikanten die ik kende, zaten al in bandjes en zongen in het Engels, dat moest in de beattijd. Ik was ook veel te verlegen, durfde niet aan die gasten te vragen of ze mijn liedjes wilden spelen. Met mijn kiezen op elkaar ben ik doorgegaan, ook al heb ik serieus overwogen om ermee op te houden en eveneens in het Engels te gaan zingen. Maar de platen zorgden ervoor dat ik populair bleef en gevraagd werd. Langzamerhand begon ook men genoegen te nemen met de liedjes op zich bij optredens. Zo heb ik me door de moeilijke schnabbels in lallende feesttenten kunnen worstelen."
Andere Tijden zijn het, zelfs Boudewijn de Groot blijkt niet de eeuwige jeugd te hebben. "Ik heb nog heel lang het idee gehad dat ik met mijn muziek de jongere generatie aansprak. Omdat ik me nooit afgepeigerd voelde, had ik het bizarre idee dat ik eeuwig door zou kunnen gaan, dat voor mij geen verstrijken van de tijd gold. Ik voelde me generatieloos, of juist het omgekeerde, verwant met alle generaties, ook met jongeren."
"De afgelopen vijf á tien jaar merk ik dat de jonge generatie met totaal andere dingen bezig is, een andere mentaliteit heeft. Met de uitgesproken dingen - rages, mode, muziek - heb ik absoluut geen raakpunten meer. Ik begrijp niet meer waar ze mee bezig zijn. Af en toe zijn er wel dingen die ik leuk vind, maar verwant met de huidige culturele stroming voel ik me niet."
Wat de hedendaagse popmuziek betreft, moet het hem toch deugd doen dat er veelvuldig in het Nederlands gezongen wordt. "Daar ben ik blij om. Mensen durven nu eindelijk te zeggen wat ze voelen, verpakken het niet angstvallig in het Engels omdat dat stoerder klinkt, neutraler, zodat ze niet met de billen bloot hoeven gaan. Zingen in het Engels is lang een prachtige dekmantel geweest voor het spuien van allerlei sentimentaliteiten, waar je in het Nederlands blozende wangen van zou krijgen."
Over de kwaliteit van de Nederlandstalige pop is hij minder te spreken. "Muzikaal gezien is het vaak wel goed tegenwoordig, maar tekstueel heerst er een onwaarschijnlijke armoede. Afschuwelijke flauwekulteksten, scheurkalenderromantiek." Van Volumia!, De Kast of Abel is De Groot geen fan. "Skik, De Scene, Bløf, De Dijk, dat vind ik wel goede bands. De Dijk heeft prachtige teksten, dat zijn tenminste geen holle frasen."

Freek de Jonge
Tijdens zijn nieuwe theaterprogramma zingt Boudewijn de Groot natuurlijk oude successen, maar ook veel nieuw werk, onder meer van Jan Rot en Freek de Jonge. Wat de samenwerking met de laatste betreft, waren er ook andere tijden, vertelt hij verlegen glimlachend. Zijn ingetogenheid speelde hem parten.
"Eind jaren zeventig vroeg Freek me een keer of ik muziek wilde schrijven voor zijn show. 'Mja, da's goed', zei ik. Dat klonk blijkbaar heel neutraal, waardoor Freek dacht dat ik er geen zin in had en niets meer van zich liet horen. Terwijl ik eigenlijk had bedoeld: 'Jaaaa, ontzettend leuk!' Ik dacht 'waarom belt hij nou niet, wat is dat voor een onzin?' Op een gegeven moment kwamen we elkaar weer tegen. Hé hallo. Hé, hallo. Draaideureffect. Meer wisten we niet te zeggen en liepen door. 'Nog steeds dezelfde desinteresse bij die gozer', dacht Freek. 'Hij vraagt me nog steeds niet', dacht ik."
"Heel veel later kwamen we elkaar nogmaals tegen. Toen ben ik naast hem op een trap gaan zitten en is het misverstand uit de wereld geholpen. 'Shit man, had dat meteen gezegd!' Hij stuurde een schitterende tekst op, het was gelijk raak. En nu, in het nieuwe programma, zing ik drie nummers van hem."
Twee van de nummers gaan over de zee, net als 'Laat Het Water Open', dat hij met Lennaert Nijgh ooit schreef voor Rob de Nijs en nu zelf zingt. Dan heb je nog 'De Noordzee', 'Strand', 'Canzone 4711', die ook allemaal met de zee te maken hebben. Toeval, zegt De Groot. "Ik ben geen echte zeeliefhebber. Varen vind ik heel romantisch, maar ik word altijd zeeziek, dus dat schiet niet op."
"Op de Urker kotter van Lennaert ga ik wel eens mee het IJsselmeer op. Met een paar Beerenburgers wil dat wel lukken. Als ik de horizon maar kan zien, trek ik het zelfs nog bij windkracht 8. Het mooiste vind ik die tochten als het herfst begint te worden, het een beetje nevelig is en je dan op Enkhuizen of Hoorn aanvaart. Krijg ik zo'n nostalgisch gevoel. De Gouden Eeuw, de rijke zeevarende natie, dan komt er een heel bloemrijke oubolligheid bij me boven."
Als hij de naam Lennaert Nijgh noemt, voel je meteen de hechte band die de zanger-componist heeft met de tekstdichter. Een bijzondere samenwerking die zulke juwelen als 'Verdronken Vlinder', 'Beneden Alle Peil', 'Eva', 'Testament', 'Meester Prikkebeen' en zo ontelbaar veel meer opgeleverd heeft. Het lag in de bedoeling dat de nieuwe theatertour gekoppeld zou worden aan een album, vol met nieuwe teksten van Nijgh. Zo verkocht De Groot 'Andere Tijden' ook aan de theaters. "Dat gebeurt altijd al een jaar tevoren, toen dacht ik nog dat we het zouden redden. Helaas, het is Lennaert niet gelukt. Het is een rode draad in mijn carrière. Het vergalt mijn leven niet, maar ik vind het zo zonde van zijn onmetelijke talent. Lennaert heeft zo vreselijk veel talent en het enige wat hij er mee doet, is een column schrijven."
"Hij heeft altijd allerlei redenen om niet te schrijven. Een sterfgeval in zijn omgeving of de ziekte van zijn poes. Maar als je wilt schrijven, dan kun je daar toch omheen of juist daaróver schrijven? Het gaat zo traag bij hem. Net alsof hij bang is. Als ik hem vertel dat iedereen zo graag wil dat wij samen weer liedjes gaan maken, dan voelt hij zich vereerd. Maar tegelijk benauwt hem dat zeer. Om zijn eigen tekst te citeren: 'De last van het verleden weegt loodzwaar op zijn rug.' Hij zegt dat hij wel bezig is, maar heeft het dan over vierkante eieren die door ronde gaatjes moeten."
"Ik heb inmiddels drie teksten van hem, maar het is niet meer zoals het was. Gaf hij zichzelf maar eens een schop onder zijn kont zodat hij er echt eens voor gaat zitten. Laat dan vijfenzeventig procent minder zijn wegens een gebrek aan routine, onzekerheid of wat dan ook, maar dan is die overige vijfentwintig procent nog altijd te prachtig voor woorden."

'Andere Tijden': theatertour van Boudewijn de Groot en band met onder anderen Jan Hendriks, Jan de Hont, Ernst Jansz, Monique Lansdorp en Mark Stoop. Nieuwe Luxor Theater, maandag 3 juni, aanvang 20.00 uur, kaarten vanaf €16,25.


[Tekst bij foto:  Boudewijn de Groot: 'Ik voelde me generatieloos, of juist het omgekeerde, verwant met alle generaties, ook met jongeren.' Foto GPD/Robert van den Berge]




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email