Andere
|
|
Door Jaqcues Hendriks
Meer dan 35 jaar treedt Boudewijn de Groot al op. En nog altijd krijgt
hij de theaters keer op keer moeiteloos vol. 'Andere Tijden' heet het
programma - met een knipoog naar zijn oude lied 'Er Komen Andere
Tijden' - dat hij tot maart 2003 zo'n 120 maal brengt met zijn
band, onder meer bestaande uit oude rotten als Jan de Hont
(ZZ & De Maskers), Ernst Jansz en Jan Hendriks (beiden Doe Maar).
Andere Tijden. Dat zijn het zeker voor de introverte Heemstedenaar, die
stugger overkomt dan hij in werkelijkheid is. Hoe anders is het
bijvoorbeeld om nu met zo'n geroutineerde band op te treden, terwijl hij
in zijn beginperiode solo in beatclubs stond? "Spannend blijft het
altijd, een optreden. Zeker als je, zoals ik, aanleg hebt om daar last
van te hebben. Maar wat heel veel scheelt, tegenwoordig weet ik
vantevoren waar ik terecht kom voor een concert. In mijn beginperiode
niet. Ik honoreerde iedere aanvraag omdat ik het geld goed kon
gebruiken. Dat leverde wel eens vervelende situaties op."
"Op een gegeven moment stond 'Meisje van zestien' in de hitparade (1965).
Mijn repertoire bestond uit nog niet meer dan tien liedjes. Het was de
tijd van de opkomst van de beatmuziek, in de jeugdclubs traden allemaal
bandjes op die lekker stevig van rangrang gingen. 'Meisje van zestien'
was met elektrische gitaar opgenomen, dus verwachtte men van mij ook
rangrang. Kwam ik daar met zo'n lullig
Spaans gitaartje aanzetten en zong nummers als 'De Morgen' en
'Élégie Prénatale'. 'Meisje van zestien' niet, dat
kon ik niet in mijn eentje spelen."
"Ik trad ergens op, ik meen dat het in Baarn was. Precies weet ik het
niet eens meer, ik heb het natuurlijk allemaal verdrongen... Het publiek
daar was zó
teleurgesteld dat Meisje van zestien niet kwam en ik alleen een paar
slappe flauwekulliedjes zong. Het was een volledige afgang."
"Van die ervaring heb ik een ontzettende knauw gekregen. Maar ja, ik had
geen band. De muzikanten die ik kende, zaten al in bandjes en zongen in
het Engels, dat moest in de beattijd. Ik was ook veel te verlegen,
durfde niet aan die gasten te vragen of ze mijn liedjes wilden spelen.
Met mijn kiezen op elkaar ben ik doorgegaan, ook al heb ik serieus
overwogen om ermee op te houden en eveneens in het Engels te gaan
zingen. Maar de platen zorgden ervoor dat ik populair bleef en gevraagd
werd. Langzamerhand begon ook men genoegen te nemen met de liedjes op
zich bij optredens. Zo heb ik me door de moeilijke schnabbels in
lallende feesttenten kunnen worstelen."
Andere Tijden zijn het, zelfs Boudewijn de Groot blijkt niet de eeuwige
jeugd te hebben. "Ik heb nog heel lang het idee gehad dat ik met mijn
muziek de jongere generatie aansprak. Omdat ik me nooit afgepeigerd
voelde, had ik het bizarre idee dat ik eeuwig door zou kunnen gaan, dat
voor mij geen verstrijken van de tijd gold. Ik voelde me generatieloos,
of juist het omgekeerde, verwant met alle generaties, ook met
jongeren."
"De afgelopen vijf á tien jaar merk ik dat de jonge generatie met
totaal andere dingen bezig is, een andere mentaliteit heeft. Met de
uitgesproken dingen - rages, mode, muziek - heb ik absoluut
geen raakpunten meer. Ik begrijp niet meer waar ze mee bezig zijn. Af en
toe zijn er wel dingen die ik leuk vind, maar verwant met de huidige
culturele stroming voel ik me niet."
Wat de hedendaagse popmuziek betreft, moet het hem toch deugd doen dat
er veelvuldig in het Nederlands gezongen wordt. "Daar ben ik blij om.
Mensen durven nu eindelijk te zeggen wat ze voelen, verpakken het niet
angstvallig in het Engels omdat dat stoerder klinkt, neutraler, zodat ze
niet met de billen bloot hoeven gaan. Zingen in het Engels is lang een
prachtige dekmantel geweest voor het spuien van allerlei
sentimentaliteiten, waar je in het Nederlands blozende wangen van zou
krijgen."
Over de kwaliteit van de Nederlandstalige pop is hij minder te spreken.
"Muzikaal gezien is het vaak wel goed tegenwoordig, maar tekstueel
heerst er een onwaarschijnlijke armoede. Afschuwelijke flauwekulteksten,
scheurkalenderromantiek." Van Volumia!, De Kast of Abel is De Groot geen
fan. "Skik, De Scene, Bløf, De Dijk, dat vind ik wel goede bands.
De Dijk heeft prachtige teksten, dat zijn tenminste geen holle frasen."
Freek de Jonge
Tijdens zijn nieuwe theaterprogramma zingt Boudewijn de Groot natuurlijk
oude successen, maar ook veel nieuw werk, onder meer van Jan Rot en
Freek de Jonge. Wat de samenwerking met de laatste betreft, waren er ook
andere tijden, vertelt hij verlegen glimlachend. Zijn ingetogenheid
speelde hem parten.
"Eind jaren zeventig vroeg Freek me een keer of ik muziek wilde
schrijven voor zijn show. 'Mja, da's goed', zei ik. Dat klonk blijkbaar
heel neutraal, waardoor Freek dacht dat ik er geen zin in had en niets
meer van zich liet horen. Terwijl ik eigenlijk had bedoeld: 'Jaaaa,
ontzettend leuk!' Ik dacht 'waarom belt hij nou niet, wat is dat voor
een onzin?' Op een gegeven moment kwamen we elkaar weer tegen. Hé
hallo. Hé, hallo. Draaideureffect. Meer wisten we niet te zeggen
en liepen door. 'Nog steeds dezelfde desinteresse bij die gozer', dacht
Freek. 'Hij vraagt me nog steeds niet', dacht ik."
"Heel veel later kwamen we elkaar nogmaals tegen. Toen ben ik naast hem
op een trap gaan zitten en is het misverstand uit de wereld geholpen.
'Shit man, had dat meteen gezegd!' Hij stuurde een schitterende tekst
op, het was gelijk raak. En nu, in het nieuwe programma, zing ik drie
nummers van hem."
Twee van de nummers gaan over de zee, net als 'Laat Het Water Open', dat
hij met Lennaert Nijgh ooit schreef voor Rob de Nijs en nu zelf zingt.
Dan heb je nog 'De Noordzee', 'Strand',
"Op de Urker kotter van Lennaert ga ik wel eens mee het IJsselmeer op.
Met een paar Beerenburgers wil dat wel lukken. Als ik de horizon maar
kan zien, trek ik het zelfs nog bij
Als hij de naam Lennaert Nijgh noemt, voel je meteen de hechte band die
de zanger-componist heeft met de tekstdichter. Een bijzondere
samenwerking die zulke juwelen als 'Verdronken Vlinder', 'Beneden Alle
Peil', 'Eva', 'Testament', 'Meester Prikkebeen' en zo ontelbaar veel
meer opgeleverd heeft. Het lag in de bedoeling dat de nieuwe theatertour
gekoppeld zou worden aan een album, vol met nieuwe teksten van Nijgh. Zo
verkocht De Groot 'Andere Tijden' ook aan de theaters. "Dat gebeurt
altijd al een jaar tevoren, toen dacht ik nog dat we het zouden redden.
Helaas, het is Lennaert niet gelukt. Het is een rode draad in mijn
carrière. Het vergalt mijn leven niet, maar ik vind het zo zonde
van zijn onmetelijke talent. Lennaert heeft zo vreselijk veel talent en
het enige wat hij er mee doet, is een column schrijven."
"Hij heeft altijd allerlei redenen om niet te schrijven. Een sterfgeval
in zijn omgeving of de ziekte van zijn poes. Maar als je wilt schrijven,
dan kun je daar toch omheen of juist daaróver schrijven? Het gaat
zo traag bij hem. Net alsof hij bang is. Als ik hem vertel dat iedereen
zo graag wil dat wij samen weer liedjes gaan maken, dan voelt hij zich
vereerd. Maar tegelijk benauwt hem dat zeer. Om zijn eigen tekst te
citeren: 'De last van het verleden weegt loodzwaar op zijn rug.' Hij
zegt dat hij wel bezig is, maar heeft het dan over vierkante eieren die
door ronde gaatjes moeten."
"Ik heb inmiddels drie teksten van hem, maar het is niet meer zoals het
was. Gaf hij zichzelf maar eens een schop onder zijn kont zodat hij er
echt eens voor gaat zitten. Laat dan vijfenzeventig procent minder zijn
wegens een gebrek aan routine, onzekerheid of wat dan ook, maar dan is
die overige vijfentwintig procent nog altijd te prachtig voor woorden."
'Andere Tijden': theatertour van Boudewijn de Groot en band met onder
anderen Jan Hendriks, Jan de Hont, Ernst Jansz, Monique Lansdorp en Mark
Stoop. Nieuwe Luxor Theater, maandag
[Tekst bij foto: Boudewijn de Groot: 'Ik voelde me
generatieloos, of juist het omgekeerde, verwant met alle generaties, ook
met jongeren.' Foto GPD/Robert van den Berge]
|
|