bron: Haarlems Dagblad
transcriptie: Daniël (v2002-08-15)

OOG in OOG met
Lennaert Nijgh

'M'n slechtste eigenschap? Luiheid'

door Govert Wisse

'Oog in oog' is een wekelijkse interviewserie waarin bekende mensen die in de regio wonen of werken, tien persoonlijke onderwerpen krijgen voorgelegd. Deze week: Lennaert Nijgh (45) Hij kreeg bekendheid in de jaren zestig als de man die de teksten schreef voor de grote hits van zijn jeugdvriend Boudewijn de Groot. Nijgh schreef ook teksten voor o.a. Herman van Veen, Adèle Bloemendaal, Rob de Nijs, Ramses Shaffy en Liesbeth List. Voor Jasperina de Jong schreef hij de musical 'De Engel van Amsterdam'. Nijgh is columnist en noemt zichzelf tevens amateur-historicus. Hij heeft drie huwelijken achter de rug en woont nu samen met Meneer, zijn kat.

17. Van wie zou u een toegestoken hand weigeren?
"Dat is een moeilijke, zeg. Ik kan Bin Laden zeggen, maar dat is zo'n standaardantwoord.
Ik ken, geloof ik, geen mensen van wie ik een hand zou weigeren. Ik ben niet zo haatdragend. En ook niet zo'n handjesgever. Ik ben nogal Engels wat dat betreft. Fransen zitten altijd meteen aan elkaar, die doen dat heftiger. Het is daar zo plakkerig. In Engeland is het meer van 'hoi'. Bevalt me wel.
Ik geef niet snel iemand een hand. Soms moet het wel, op recepties bij voorbeeld. Ontkom je niet aan. Maar je moet uitkijken met handen geven. Verkoudheid en griep worden voornamelijk via de handen verspreid. Je geeft iemand een hand, waarmee je vervolgens aan je eigen bek zit en zo word je dus ziek.
Overigens, hoeveel handen zitten er tussen Adolf Hitler en mij? Drie. Die van Beatrix, haar moeder en haar oma. Eng idee eigenlijk."

19. Vindt u zichzelf aantrekkelijk?
"Nee. Ik heb mezelf altijd nogal kritisch beschouwd. Ik was vroeger met mijn 1.76 altijd één van de kleinsten van de klas. Dan ben je voor moderne Nederlandse begrippen een dwerg. Net als Boudewijn trouwens. Hij is in een Jappenkamp geboren en ik in de hongerwinter. Dat zijn nu eenmaal niet de sterksten. Ik heb wel hele grote voeten. Maat 44.
Ik heb op mijn 22ste nog eens een rel getrapt in de Rembrandt-bioscoop omdat ik naar een film wilde van boven de 18. Maar de dames die de kaartjes verkochten dachten dat ik 15 was. Daar heb ik me zo over opgewonden...
Er waren een keer beelden op televisie uit de tijd dat Boudewijn en ik begonnen in de muziek. Komen we daarna in het café dames van onze leeftijd tegen. Die riepen: 'Wat was je een mooie jongen toen'. Ik zei: 'Zo, en waar waren jullie destijds?' Ze zagen me niet, toen ik een jaar of 20 was. Ze wilden een interessante peer die in Leiden studeerde of op hockey zat."

23. Hebt u wel eens een belangrijke vriendschap verbroken?
"Eén keer. Met iemand die nu dood is, dus dat is eigenlijk nogal pijnlijk. Ik kon met hem tot een bepaald moment goed overweg in menselijk opzicht. Het zou zeer waarschijnlijk later allemaal weer goed zijn gekomen, we zouden het ongetwijfeld hebben uitgesproken, maar daar kwamen we helaas niet meer aan toe. Hij kreeg een ongeneeslijke ziekte.
In het opzeggen van vriendschappen bestaat in de literaire wereld al sinds de Tachtigers een zekere traditie. Vind ik aanstellerij. In de lichte muziek zijn we allemaal collega-sappelaars. Ik schijn een natuurlijke hang naar harmonie te hebben. Ik heb met al mijn ex-vrouwen een goede verstandhouding."

34. Wanneer was u voor het laatst verliefd?
"Om redenen van privacy kan ik niet diep ingaan op deze vraag.
Liedjes schrijven is anders dan het schrijven van een historisch boek over Haarlem of een column. Dat doe je niet in een studeerkamersituatie. Voor het schrijven van een liedje moet je verliefd zijn. Liefde is de motor. Met die motor is het goed. Al ben ik niet constant verliefd. Iemand die dat zegt, moet je niet geloven of is een hysterica."

2. Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen?
"In Engeland, aan boord van mijn schip. Deze zomer ga ik weer met mijn kotter Jonge Jacob naar Engeland varen, naar mijn geliefkoosde gebied. De kust van Suffolk, naar de estuaria van de rivieren tussen Great Yarmouth en de Theems. Het lijkt daar op de kust zoals wij die kenden in de tijd van de Romeinen. Geen duinen, maar kliffen en een moerasachtig gebied.
Er is daar een enorm verschil in getij. Als je niet oplet kom je in de problemen met de sluitingstijd van de pub en het getij. Als dat niet convenieert, ligt je rubberbootje in de modder. Dan zit je met een stel giechelende Engelsen om je heen. Iedereen ziet er dan in de kortste keren uit als een mummie. Het ruikt wel heel vruchtbaar. Je zakt tot je ballen in de modder. Eén grote lol dus. Ik ga in augustus een maand. Je moet terug zijn voor het lelijk weer wordt. Bovendien is er ook een thuisfront, al is het maar een kat.
Engeland heb ik leren kennen toen mijn vader me voorlas uit Winnie the Pooh. Engeland is niet Blair met zijn tanden. Het is voor mij het land van the Queen Mum. Er heerst een soort onsterfelijkheid, al is ze dan net dood. Engeland is een antiekwinkel. De dingen veranderen daar wel, maar het gaat heel traag. Er is ook een bepaalde charmante onhandigheid.
Ik kan goed opschieten met Engelsen. Ze hebben de grootste aandacht en eerbied voor mijn schip. Niet zoals hier waar ze al snel roepen: 'Wat mot dat met dat kottertje van je?' Er is een veel grotere traditie in zeevaart en watersport dan bij ons.
De pubs zijn ook mooi. Ik ken een paar kroegen uit de tijd van de smokkelaars en Hendrik de Achtste. Ze maken in Suffolk heel lekker lokaal bier. Het is geen lager, dat te vergelijken is met pils. Dat is evenementenbier. Het is zwaarder. Sommige bieren zakken behoorlijk in de benen. Eigenlijk ben ik daar de hele dag aan het plassen."

7. Gaat u liever om met mannen of met vrouwen?
"Daar heb ik geen voorkeur in. Het zijn twee verschillende manieren van omgaan. Je hebt mannen-mannen. Dat zijn mannen die buiten de seksualia en het huishouden om een krat bier en een stel vrienden willen. Dat vind ik vreselijk. Jongens onder mekaar, dat is niks voor me. Ik ben geen type dat alleen maar achter de meiden aangaat. Zal te maken hebben met het feit dat ik enig kind was; opgevoed dus zonder broers en zusters. Behalve mijn ouders had ik een oma boven. Omdat ik als kind niet de biologische samenhang van een en ander zag, bestond een gewoon gezin voor mij uit een vader, moeder, een oma boven en mevrouw Brand, de werkster. Ik begreep bij anderen niks van al die broertjes en zusjes. In mijn herinnering sloegen die broertjes elkaar gaten in de kop, liepen altijd wenend over straat en droegen mekaars kleren. Ik nam geen vriendjes mee naar huis, geen behoefte aan.
De meeste mannen hebben een werkkring met een baas. Heb ik niet. Ik moet dus altijd op zoek naar contact. Vandaar dat ik een groot cafébezoeker ben. Dat is ooit begonnen in een koffietentje met verlof B en dat is altijd zo gebleven. Ik ben geen stapper of uitgaander. Een kachel gaat uit en stappen doe je als je loopt. Het is problematisch dat mensen die uitgaan dat doen in mijn huiskamer, het café. Dat gebeurt met veel te veel lawaai. Ze willen te luide en ordinaire muziek ten gehore gebracht hebben. Ik ga vrijwel elke avond naar het café. Ik werk al de hele dag thuis. Andere mensen gaan naar hun werk, ik niet. Ik hoef me voor mijn werk in principe niet eens aan te kleden. Ik hoef alleen maar van mijn slaapkamer naar mijn werkkamer toe te lopen. Om niet de hele dag tegen de muren aan te kijken, ga ik naar het café. Of ik daar nou met een man of vrouw praat, maakt me niet uit."

33. In welke andere periode had u graag geleefd?
"Dat is voor een historicus een onzin-vraag, een gruwel. Een bepaalde periode kan je boeien, maar ik zou voor geen goud vroeger hebben willen leven.
Stel je eens voor, de middeleeuwen. Toen kon je niet eens roken. Genotmiddelen waren er amper. Alleen de zeer rijken en sommige kloosters hadden gedestilleerd. Dat putbier van toen was niet te hachelen. Sorry voor het Jopenbier, hoor. In brood zat altijd zand vanwege de molenstenen. Daardoor had je een gebit waar je dwars doorheen kon kijken. Mensen hadden het slecht hoor, als je al niet op jonge leeftijd was gestorven. Je moest van hoge afkomst zijn, wilde je een kans maken. De meeste mensen stierven al voor hun vijfde. Als je kijkt naar het Haarlem van 1850, dat is om je dood van te schrikken. Weet je waar Bangladesh lag? Aan de overkant van Het Spaarne."

39. U mag vier mensen onder wie ook overleden personen uitnodigen voor een dineetje, wie kiest u?
"Mijn vader, moeder en beide grootmoeders. Voor de goede orde: ze zijn allen overleden.
Mijn Indische grootmoeder, de moeder van mijn vader, was een stuk. Een prachtige vrouw, echt een Indische prinses.
Oma boven, de moeder van mijn moeder, was Hollandse maar in Indië geboren. Het unieke is dat ze elkaar al brieven schreven toen ze nog niet konden bevroeden dat ze kinderen zouden krijgen. En zeker niet dat die met elkaar zouden trouwen, waardoor zij beiden mijn oma werden.
Mijn moeders moeder was de dochter van de gouverneur van Sumatra, maar omdat die man jong stierf, moesten mijn oma en haar zusje een beroep gaan uitoefenen. Er waren twee mogelijkheden voor vrouwen: onderwijzeres worden of verpleegster. Tante Coba werd onderwijzeres en mijn oma werd een van de eerste beroepsverpleegsters. Haar iets jongere penvriendin, mijn Indische oma, werd op haar 18e jaar uitgehuwelijkt aan meneer Nijgh. Dat was dus mijn Indische opa, de vader van mijn vader.
Hoe oud zijn je ouders of grootouders als je aan ze terugdenkt? Ik denk niet terug aan hun laatste jaren. Ik denk aan mijn oma's toen ze nog liepen. Als ik op mijn donder kreeg als kind, grepen mijn beide oma's in. 'Beulen zijn jullie, beulen, het is nog maar een kind', riepen ze dan tegen mijn ouders. Ik denk ook met liefde terug aan mijn ouders, die twee jaar geleden kort na elkaar zijn overleden. Mijn vader was graficus. Een van zijn affiches hangt in het Stedelijk Museum. Dat heeft hij in 1938 gemaakt voor de PTT.
Ik zou met deze vier gaan dineren in Garuda in Den Haag."

4. Wat zult u nooit weggooien?
"De dingen die ik uit mijn eigen verleden en het ouderlijk huis heb bewaard. Ik ben niet zo'n weggooier, mijn ouders waren dat ook niet. Mensen gooiden vroeger nooit wat weg. Dat was zonde. In het ouderlijk huis vond ik een baai met van die weggooibakjes van restaurant Hilda. Daar haalden ze wel eens eten. Beiden ontkenden die bakjes bewaard te hebben of beschuldigden de ander ervan. Ik heb van al die spullen van mijn ouders een schifting moeten maken, ik ben daar een jaar mee bezig geweest. Dat was emotioneel moeilijk. Ik was de enige die van ieder voorwerp, laatje en dingetje wist wat het was. Ik heb geen pakhuis of kasteel. Veel is terechtgekomen in een rommelwinkeltje van een vriendin. En in mijn stamkroeg hangen ook dingen."

20. Wat is uw slechtste eigenschap?
"Luiheid. Ik word daar in gestimuleerd door Meneer, mijn huisgenoot. Twee heren in bed, dat schiet absoluut niet op. Naarmate mijn kat ouder wordt en ik ook, wordt het erger dan erg. Ik ben een nachtmens, een uil, leef op hoerentijd. Een enkele keer moet ik er vroeg uit voor een afspraak maar dan ben ik 's middags niet te hanteren. Dan zit ik als een uitgelopen aardappel in de hoek.
Ik moet er elke ochtend wel even om half zes uit omdat Meneer happie-happie-moet. Daarna kruip ik er weer snel in."

De vragen

1.   Wanneer bent u voor het laatst enorm boos geweest?
2.   Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen?
3.   Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden?
4.   Wat zult u nooit weggooien?
5.   Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben?
6.   Waarover heeft u in uw leven het meeste verdriet gehad?
7.   Gaat u liever om met mannen of met vrouwen?
8.   Wordt u met het ouder worden optimistischer of pessimistischer?
9.   Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn?
10.   Wanneer was u voor het laatst zenuwachtig?
11.   Als u vandaag ineens alles zou durven, wat zou u dan als eerste doen?
12.   Wat zou u willen veranderen aan uw jeugd?
13.   Gelooft u in liefde op het eerste gezicht?
14.   Wat kan u in mensen vreselijk ergeren?
15.   Wanneer heeft u voor het laatst te veel gedronken?
16.   Welke rol in welke film had u willen spelen?
17.   Van wie zou u een toegestoken hand weigeren?
18.   Wat vindt u opwindend?
19.   Vindt u zichzelf aantrekkelijk?
20.   Wat is uw slechtste eigenschap?
21.   Heeft u een euthanasieverklaring getekend?
22.   Waar geeft u het meeste geld aan uit? (Woning en auto buiten beschouwing gelaten)
23.   Heeft u wel eens een belangrijke vriendschap verbroken?
24.   Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker?
25.   Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden?
26.   Is seksualiteit belangrijk in het leven?
27.   Welk tv-programma moet meteen van het scherm worden gehaald?
28.   Mogen partners geheimen voor elkaar hebben?
29.   Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan?
30.   Wat was de gelukkigste fase van uw leven?
31.   Welke dag zou u willen overdoen?
32.   Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren?
33.   In welke andere periode had u graag geleefd?
34.   Wanneer was u voor het laatst verliefd?
35.   Bent u trouw?
36.   Bent u gelovig?
37.   Wat zou u graag beter kunnen?
38.   Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland?
39.   U mag vier mensen - onder wie ook overleden personen - uitnodigen voor een dinertje. Wie kiest u?
40.   Welke kus zou u willen overdoen?
41.   Waar krijgt u kippenvel van?
42.   Wie bewondert u?
43.   Gaat u wel eens alleen uit?
44.   Wat was uw slechtste beslissing?
45.   Wat is in uw werk uw grootste frustratie?
46.   Wat was uw angstigste moment?
47.   Wanneer hebt u voor het laatst een leugen(tje) gebruikt?
48.   Wat is de grootste wetsovertreding die u heeft begaan?
49.   Denkt u te weten wat uw partner in u ziet?
50.   Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen?

De regels

De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet die worp over.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email