Aan een meisje in Engeland
The water is wide, I cannot get o'er,
(traditional)
And neither have I wings to fly.
Give me a boat that will carry two
And both shall row, my love and I.
bron: Tekst en Uitleg/1991 (1e druk)
Tekst en Uitleg is uit de roulatie.
Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
Wat blijkt te kloppen in het beeld dat ik van deze streek had, zo
ongeveer althans, zijn de kleuren groen en grijs in een verbijsterend
aantal schakeringen. Verder heeft de inwendige beheerder van het archief
er een bende van gemaakt: een stuk behang met roze bloemetjes, zoals
alleen in Engeland denkbaar; een souvenirwinkel met van grijs steen
gemaakte walgelijkheden. Een klein poppenhuis in een mystiek groen bos,
waar de boswachter woonde. Wiens vrouw schoteltjes melk buiten zette,
vermoedelijk tot groot plezier van de egeltjes, maar bedoeld voor andere
wezens, die ze fluisterend als 'good folk' omschreef. De
tekenares Beatrix Potter, met wier boekjes nu al de vijfde generatie
kinderen opgroeit, woonde hier in de buurt. Het hele landschap is in de
tere kleuren van Peter Rabbit uitgevoerd.
Maar als ik alle eindjes aan elkaar knoop,
kom ik niet verder dan een wat grauwe jeugdherinnering, waarvan bij
aankomst niets blijkt te kloppen. Hoe zou Haarlem er uit zien voor
iemand die er het laatst in 1967 geweest is?
Het is lang geleden dat ik in de bergen
heb gewandeld, een klein eindje klimmen en ik ben ademloos. Maar het
uitzicht aan de andere kant van de heuvels is overweldigend. Niet zo
vreemd dat deze streek altijd dichters heeft aangetrokken. Keats en
Shelley onder anderen. Diep in het dal liggen glazen meren met
eilandjes, daar boven uit torenen de bergen, hier en daar met varens
begroeid. Tussen dat groen en incidenteel een schaap. Ze werken hier
niet met hekken, maar met muurtjes, verre nazaten van megalithisch
bouwwerk, zonder cement in elkaar gezet. Ze slingeren zich als miniatuur
Chinese Muren over de steile bergflank. Oud land, dit. De kaart maakt
melding van 'stone circles', kleine Stonehenges uit een mistig
vroeger en van 'Roman Camps'. Ooit heeft de vorige versie van
Verenigd Europa hier kortstondig huisgehouden, het plan koesterend om
Ierland te veroveren. Ook dat bleek een illusie.
De afdaling is ook geen sinecure, als je
even mis stapt ga je tot je enkels in de prut. Ik snap waarom ze
berghellingen ook als 'moors' op de kaart zetten hier.
Stilte is een vreemd verschijnsel voor ons
geworden. Hoewel zelfs hier het geluid van het verkeer beneden in het
dal doordringt. Maar het is nog wel zo stil dat ik het murmelen kan
horen van het beekje, niet veel breder dan een hand, dat naast me
afdaalt en met veel minder moeite. Niets kan terug gaan, alles gaat
verder en alles gaat zoals het gaat, deelt het beekje mede. Ja
natuurlijk, denk ik. Dat wist ik wel. Hetzelfde water dat mijn goede
schip meters omhoog smijt, huppelt hier in kleine watervalletjes over de
stenen. En drijft in de verte langs de hemel, opgestegen uit zee. Er is
geen terug, de weg gaat altijd verder: de Tao volgens het Lake District.
'Soms kan je de Ierse Zee zien,' zegt Joke. 'Als het heel helder weer
is.'
We zitten even dicht tegen elkaar aan. Het
kriebelen van haar blonde haren tegen mijn oogleden en gezicht roept
even mijn kamer in Heemstede terug waar het bandje van Boudewijn is
opgenomen. Mijn bed.
'Oh my God, this is incredible...' zegt ze
zacht. En kijkt over het land uit, waar ze zo lang gewoond heeft, waar ze
trouwde en moeder werd van een zoon, die nu volwassen is. Als we toen
met elkaar getrouwd waren, vierden we nu onze zilveren bruiloft.
We kussen elkaar onder de duizend kleuren
grijs van de hemel. We waren elkaars eerste liefde. Vijfentwintig jaar
geleden.
We zijn geen dag ouder geworden en geen
cent wijzer.
Wij zijn de Overlevenden.
Bowness on Windermere, september 1990
Ik werd vijftien jaar die zomer
dat mijn ouders gingen reizen,
ik zou op het huis gaan passen,
natuurlijk moest ik me bewijzen
en het was of het vanzelf ging
toen ik jou had meegenomen.
In het westen was de hemel
violet boven de duinen
en er viel een vreemde stilte
over dennenbos en tuinen
en ik zag iets in je ogen
dat mij zo onzeker maakte
en je keek weer naar beneden
en jouw hand lag in de mijne,
net als duizend jaar geleden
en je vroeg: blijf je bij me
wanneer het donker wordt?
Eerst was alles even prachtig,
maar daar leer je snel aan wennen
en jij bleef niet lang het meisje
dat ik graag had leren kennen.
Nu komt steeds meer koude argwaan
en meer afstand in je ogen,
je gezicht verliest het zachte
en je mond de tere bogen
en we hebben op een avond
voor het eerst elkaar geslagen
en daarna was er de stilte,
vol onuitgesproken vragen.
- Blijf je bij me
wanneer het donker wordt? -
Misschien komt er eens een zomer
dat we over alles heen zijn,
misschien voor ons beiden samen,
misschien zullen we weer alleen zijn.
Maar we zullen elkaar kennen
en ons weten aan te passen,
ongelukkig of gelukkig,
hoe dan ook.
Als we weer onder de hemel staan,
dan is het bij ons afscheid,
of we blijven samen doorgaan
en dan is het ook voor altijd,
maar we weten wat we deden
en jouw hand ligt in de mijne,
net als duizend jaar geleden.
In 1973, allebei een huwelijk verder, pakten Bo en ik de draad zelf weer op met De eenzame fietser - de tekst van het nummer Jimmy is overigens niet van mij. Het was Boudewijns toenmalige zwager Ruud Engelander, die de Nederlandse taal een spreekwoord rijker maakte: hoe sterk is de eenzame fietser, ten onrechte meestal als een vraag geïnterpreteerd.
Mijn man is naar het buitenland!
Het vaak gerepeteerde smoesje,
voor jij die ochtend afscheid nam,
maar 't duurde nog geen veertien dagen
voordat de buurt er achter kwam.
Ik voel het als ik loop, op straat:
het medelijdend leedvermaak.
De buurvrouw, anders onverschillig,
die grijnzend vraagt hoe ik het maak.
Mijn man is naar het buitenland!
Maar ik durf het al niet meer te zeggen,
de lepra van het buurtgerucht,
onzichtbaar, maar niet uit te wissen,
jaagt mij als uitschot op de vlucht.
Ik weet één ding: we gaan hier weg
voordat ze ons gezin vernielen.
Ik krijg misschien de grootste straf
en dat onschuldig en in vrijheid.
Misschien ben jij het beste af.
Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
Ik hoorde je van alles over iedereen vertellen,
we luisterden en praatten en draaiden er omheen,
je wist waarvoor ik kwam, ik zag het aan je ogen,
we dachten allebei aan hoe het zijn zou, zo meteen.
Je wist je niet goed raad,
je kon het niet verbergen,
ik zei dat je heel mooi was
en je schoof bij me vandaan,
je deed het niet uit onwil,
maar uit angst voor oude wonden,
uit angst dat ze door warmte weer open zouden gaan.
Misschien was je zo eenzaam
dat je bang was voor een afscheid,
als het morgen weer voorbij zou zijn
en jij weer achterbleef,
dus ik zei dat het al laat was
en ik zei: het was gezellig
en je lachte bijna opgelucht
en je keek me peinzend na.
En buiten in de auto bleef ik nog zitten kijken
hoe achter de gordijnen
van jouw flat het licht verdween
en we waren in de armen van het nameloze donker
allebei ons zelf weer
en allebei alleen.
Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
|
|