'Inderdaad had Tobia zich geheel man van de wereld gevoeld
en toen zijn vriend Boudewijn hem uitnodigde voor een feestje
op zolder in Heemstede. Waar wie weet wel modernisten kwamen
en waar, zo werd gefluisterd, "de Leidsepleinjeugd" ook
aanwezig zou zijn, was Tobia er al zeker van geweest dat er nu
geneukt zou worden, aangezien geen vrouw weerstand zou
kunnen bieden aan een goed gekleed heer met zijn vaders
aftershave achter zijn oren.
Halverwege de jaren zestig studeerde Lennaert Nijgh in Amsterdam.
In 1971 verscheen zijn romandebuut TOBIA of de Ontdekking van
het Masturbariaat bij Swan & Partners, een minuscule uitgeverij
waarvan weinig meer vernomen werd. Het grootste deel van de
oplage van Nijghs boek belandde in de ramsj bij De Slegte en
ging twee jaar later in vlammen op toen het voormalige hotel
Polen tot de grond toe afbrandde.
Dat zou dan het einde van de romancier zijn geweest. Verder
zou Nijgh alleen als tekstdichter, columnist en kenner van
bloemrijke anekdotes de geschiedenis in zijn gegaan. De weinige
exemplaren van het boek, die bewaard bleven, gingen echter van
hand tot hand. Omdat TOBIA op een enigszins gemystificeerde
wijze vertelde over de jaren waarin de Sexuele Revolutie wortel
schoot, beleefde het boek een renaissance. Zoals Nijgh,
badinerend, en vol zelfspot, schreef over de manier waarop hij
die erotisch-pijnlijke jaren had ervaren, zo tekende Claire
Brétecher achteraf over de twijfelachtige verdienste van
Parijs 1968. Omdat de stijl, waarin TOBIA geschreven is,
bovendien naadloos aansluit bij de luchtig-verhalende traditie
van Bomans, is het lezen van dit boek al bijna zo goed als de
daad zelf.
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
|
|