bron: Tobia [1991]
transcriptie: Daniël (v2002-06-12)

'Inderdaad had Tobia zich geheel man van de wereld gevoeld en toen zijn vriend Boudewijn hem uitnodigde voor een feestje op zolder in Heemstede. Waar wie weet wel modernisten kwamen en waar, zo werd gefluisterd, "de Leidsepleinjeugd" ook aanwezig zou zijn, was Tobia er al zeker van geweest dat er nu geneukt zou worden, aangezien geen vrouw weerstand zou kunnen bieden aan een goed gekleed heer met zijn vaders aftershave achter zijn oren.
Halverwege de jaren zestig studeerde Lennaert Nijgh in Amsterdam. In 1971 verscheen zijn romandebuut TOBIA of de Ontdekking van het Masturbariaat bij Swan & Partners, een minuscule uitgeverij waarvan weinig meer vernomen werd. Het grootste deel van de oplage van Nijghs boek belandde in de ramsj bij De Slegte en ging twee jaar later in vlammen op toen het voormalige hotel Polen tot de grond toe afbrandde.
Dat zou dan het einde van de romancier zijn geweest. Verder zou Nijgh alleen als tekstdichter, columnist en kenner van bloemrijke anekdotes de geschiedenis in zijn gegaan. De weinige exemplaren van het boek, die bewaard bleven, gingen echter van hand tot hand. Omdat TOBIA op een enigszins gemystificeerde wijze vertelde over de jaren waarin de Sexuele Revolutie wortel schoot, beleefde het boek een renaissance. Zoals Nijgh, badinerend, en vol zelfspot, schreef over de manier waarop hij die erotisch-pijnlijke jaren had ervaren, zo tekende Claire Brétecher achteraf over de twijfelachtige verdienste van Parijs 1968. Omdat de stijl, waarin TOBIA geschreven is, bovendien naadloos aansluit bij de luchtig-verhalende traditie van Bomans, is het lezen van dit boek al bijna zo goed als de daad zelf.


Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email