Lennaert Nijgh

wie weet wat de dagen dit jaar zullen doen zij speelt met de kat en hij zwaait met zijn hand: vaarwel en tot ziens
Uit: Meester Prikkebeen (1968)

PETER VOSKUIL

TESTAMENT, LEVEN EN WERK VAN LENNAERT NIJGH

We hoorden Boudewijn de Groot, maar de gedachtewereld was die van Lennaert Nijgh. De man achter de zanger was en is een enigma. Iemand met een minstens zo bloemrijke levenswandel als de popster zelf, met drie huwelijken met prachtige vrouwen en regelmatige perioden van neerslachtigheid. Een leven waaruit details de nieuwsgierigheid prikkelen. Het feit bijvoorbeeld dat Anja eerst trouwde met Lennaert en later met Boudewijn. En de tragische liefde voor de mooie blondine Joke Peschar, die vertrok naar Engeland en hem zijn leven lang bleef inspireren tot prachtige melancholische teksten. Want uiteindelijk kom je steeds uit op de vele memorabele teksten die hij schreef voor Boudewijn de Groot, maar ook Ramses Shaffy, Liesbeht List, Rob de Nijs, Flairck en Astrid Nijgh. Klassiekers als Testament, Welterusten Meneer de President, Het Land van Maas En Waal, Malle Babbe en Ik Doe Wat Ik Doe. Leven en werk worden door Peter Voskuil minutieus maar levendig in kaart gebracht in een kloeke biografie. De herinneringen aan De Waag in Haarlem, waar Lennaert in de jaren zestig zijn dagen slijt, en de successen met Boudewijn de Groot en Rob de Nijs spreken tot de verbeelding. De wending komt begin jaren tachtig. De economische recessie doet de platenindustrie inkrimpen en als er weer vaart in komt, neemt een nieuwe generatie het heft in handen. De rockopera Ik Jan Cremer eindigt in een faillissement en Nijgh kan naar zijn centen fluiten.

 

 

In 1986 zijn de inkomsten zo gedaald dat hij nog maar 600 gulden per maand te besteden heeft. Juist op dat moment vraagt het Haarlems Dagblad hem als vaste columnist, een rol die hem op het lijf lijkt geschreven en hem in de stad een enorme populariteit bezorgt. Niet voor niets eindigt hij kort voor zijn dood hoog in de verkiezing van de grootste Haarlemmer ooit. Tot en met zijn overleden wordt alles in detail maar integer beschreven. ‘Zeer doorwrocht, gedetailleerd en met mooie foto’s. Ik denk dat Lennaert er trots op zou zijn,’ schrijft Boudewijn de Groot als aanbeveling op de omslag. En gelijk heeft hij: Testament is inderdaad zeer de moeite waard.

JAN VAN DER PLAS